De eerste basisschool op Erica

In het DRENTSCH DAGBLAD van vrijdag 12 Mei 1944 – de Tweede Wereldoorlog woedde nog in alle hevigheid – lezen we het volgende artikel: “De houten scholen der venen”.

Via het verhaal over hoe het onderwijs al héél lang geleden vaste grond onder de voeten kreeg op Erica komen we dan ook nog langs bij de roemruchte “meester Keep”.

En omdat het alleen maar met een goede leesbril op de neus te lezen is volgt hieronder de tekst nog even:

Het onderwijs is vooral in gemeenten met een groote veenbevolking steeds een voorwerp geweest van aanhoudende zorg. Bij de ontginning der hoogvenen omstreeks het midden van de negentiende eeuw begint het onderwijsprobleem groote zorg te baren aan de betrekkelijke gemeentebesturen om bij de verdere ontwikkeling dezer streekdorpen haar hoogtepunt te bereiken.

Wel zeer sterk sprekend is in dit opzicht de uitzonderlijke gemeente Emmen. Als een frappant voorbeeld uit vele geven we hier de geschiedenis van den schoolbouw te Erica. Het ontstaan van deze veenkolonie dagteekent uit 1863 toen zich hier de eerste bewoner uit Slagharen vestigde.Men doopte de nieuwe kolonie in navolging van Nieuw-Dordrecht, Nieuw-Amsterdam, Nieuw-Schoonebeek eerst Nieuw- Slagharen. Maar op zekeren dag kwamen burgemeester Willem Tijmes en wethouder Joh. Lokker en sloegen een paal in den grond met dwarslat waarop stond: Erica! (dopheide).

P.S.: Burgemeester Tijmes moet zijn Burgemeester Tonckens.

Voor zover het met de belangen van de ouders strookte en ze niet behulpzaam behoefden te zijn bij de veenwerkzaamheden gingen ze de school te Nieuw-Amsterdam bezoeken, bekend onder den naam: School aan de Verlengde Hoogeveensche Vaart, waarop ook de kinderen van Veenoord school gingen en in welke houten keet de bekende meester Schwartsenberg den scepter zwaaide. Naar aanleiding van de schoolplannen te Nieuw-Amsterdam bleek in de vergadering van 14 Augustus 1873 de raad algemeen van gevoelen te zijn dat vooreerst het beste in de behoeften van lager onderwijs te Nieuw-Amsterdam zou kunnen worden voorzien door de thans te Nieuw-Amsterdam aan de grens van de gemeente Sleen staande houten school te vervangen door een meer Oostwaarts in het Westerveen te plaatsen nieuwe school en gemeld houten gebouw als school over te plaatsen tusschen Nieuw- Amsterdam en Erica.

In de vergadering van 14 Febr. 1876 werd behandeld een adres van ingezetenen van Erica en het Oostelijk gedeelte van Nieuw-Amsterdam houdende verzoek tot stichting eener school te Erica en eene te Oostelijk Nieuw-Amsterdam.

Het adres werd aangehouden en aan B. en W. eene commissie van 3 raadsleden toegevoegd om met dezen van het terrein en de bewoning opname te doen.

In de vergadering van 6 Maart d.a.v. bracht de voorzitter verslag uit.

B. en W. en de commissie, bestaande uit de heeren W, Harders. H, Haasken en G. Lamberts waren unaniem van meening, dat ze de gelegenheid tot het verkrijgen van goed terrein voor schoolstichting te Erica niet mochten laten voorbij gaan, welke gelegenheid zich voordeed door een publieke verkoop van de Drentsche Kanaalmaatschappij.

Hiervoor waren het moest geschikt de verkoopsperceelen no’s. 27, 28 en 29. te zamen groot 97 are en 68 ca., liggende ten Oosten van en aan den weg van Emmen naar het Amsterdamscheveld, op ongeveer 100 m. afstand ten Zuiden van de Verlengde Hoogeveensche Vaart.

Zulks mede ten behoeve van een groot gedeelte van het Amsterdamscheveld. Bovendien waren genoemde perceelen niet belast met het graven en onderhouden van wijken en ook rustte er geen ander bezwaar van beteekenis op. De veendiepte was niet groot, wat voor de ontblooting van het terrein waar gebouwd zou worden en voor den spoedigen aanleg van een tuin zeer te stade zou komen. De koopsom van f 545 bij veiling mocht geen bezwaar heeten; en zou nog wel aanzienlijke verhooging kunnen ondergaan vóór dat de perceelen voor het doel te duur waren. Daarom hadden B. en W. zich aan bod gehouden totdat de drie perceelen voor den koopprijs van f 722 vermeerderd met f100 voor een op perceel 29 staande keet waren toegeslagen. De keet werd voor f 15 per jaar verhuurd aan Geugien de Wolde te Nieuw-Amsterdam. Verder werd besloten het bovenveen publiek te verhuren.

Kortom de eerste Openbare School op Erica had nogal wat voeten in de aarde.

En voor de geïnteresseerden, waaronder ik natuurlijk de leerlingen van De Anbrenge reken – want we hebben het hier over een school die de voorganger van jullie school – verwijs ik graag naar het hoofdstuk “Onderwijs” op de pagina’s 223 – 232 van het boek “Op Erica (1863 – 2013)”. Maar ook de leerlingen van de Brummelbos en de Willem Alexander moeten maar eens gaan kijken in hun schoolbibliotheek, want daar staat of ligt ook dit boek.

In dit hoofdstuk “Onderwijs” lezen we dat onderwijs een plicht en verantwoordelijkheid van de overheid was. Dat betekende dat zij er voor moest zorgen dat alle kinderen uit de gemeente Emmen naar een openbare school konden. Maar we lezen ook dat beoogde perceel aan de huidige Pannekoekendijk lag, tegenover China City.

Dat er tekeningen gemaakt werden, dat er offertes gevraagd werden voor de bouw, dat de plannen meerdere keren werden gewijzigd en dat het tot donderdag 11 maart 1880 duurde voordat de – toen nog school “Erica 1” genaamd – echt geopend werd.

De school stond uiteindelijk niet op de beoogde plek (tegenover China City) maar werd gebouwd op een stuk grond dat ook al in het bezit van de gemeente was en wel daar waar nu de Openbare Gemeentelijk Begraafplaats aan de Hevenstraat zich bevindt. Het betrof een eenvoudig houten schoolgebouw dat al snel te klein werd. Want de kinderen die op deze school werden ingeschreven kwamen niet alleen uit Erica, maar ook uit het oostelijke gedeelte van Nieuw Amsterdam (tot aan de Dikke Wijk c.q. Nieuw Amsterdamsestraat), het Amsterdamscheveld (De Peelstraat) en uit het Beekveen (Strengdijk en omgeving). Zo was door de gemeenteraad vastgesteld.

Er was één onderwijzer voor alle kinderen en dus voor alle klassen(groepen). We kunnen het ons nauwelijks voorstellen en het is jammer dat er van het oorspronkelijke schoolgebouw geen foto’s bewaard gebleven, maar het moet een gebouw met één ruimte geweest zijn.

Meester Keep vroeg een paar jaar later al of het gebouw verbouwd kon worden. Hij vroeg of van het ene bestaande lokaal twee lokalen gemaakt konden worden, want in november 1881 werd ook de “hulponderwijzer” Frederik Knegtering benoemd. In 1884 schreef meester Keep in een brief aan B&W dat het leerlingenaantal gedurende het schooljaar varieerde van 133 tot 184. Want de leerlingen waren niet altijd even trouw in hun schoolbezoek. Niet dat er zoveel gespijbeld werd. Nee de kinderen werden regelmatig thuisgehouden omdat ze moesten helpen in het veen of bij het binnenhalen van de oogst.

In 1887 stelde een inspecteur van het Geneeskundig Staatstoezicht vast dat  het schoolgebouw niet aan de minimale eisen voldeed.    

Zo stond in het rapport:

  • Dat er maar 2m³ beschikbaar was per leerling.
  • Dat er geen ventilatie was.
  • Dat het er vochtig was en dat het dak lekte.
  • Dat de privaten (toiletten) erg slecht waren.

Kortom het was er een zootje en dat werd alleen maar erger.

Want op 25 juni 1892 schrijven een aantal bezorgde ouders en dorpsgenoten een brief aan B&W een brief aan de “arrondissementsschoolopziener”, dat “Het hoofd der Openbare Lagere School te Erica krankzinnig zou zijn. Hij zou met een revolver op zak voor de klas staan en daar zo af en toe ook dreigend mee staan te zwaaien.”

De Officier van Justitie wint inlichtingen in bij de Burgemeester van Emmen in en uiteindelijk wordt er geconcludeerd dat meester Keep lijdt aan “verstandverbijstering”. En hij wordt met een “gunstige financiële regeling” naar huis gestuurd. Helaas, voor hem, heeft hij niet lang van de regeling kunnen genieten, want op 12 mei 1898 overleed hij op 48-jarige leeftijd.

In 1893 wordt de eerste permanente school “Erica” geopend. De school stond op de plaats waar nu de Plus supermarkt van Schepers staat.

Het oude gebouw stond, zoals we al schreven, op een ruim perceel waar inmiddels de Openbare Begraafplaats was aangelegd en nog steeds ligt.

In de eerste jaren werd het oude schoolgebouw ook nog gebruikt, want in 1901 werd de leerplicht ingevoerd en nam het leerlingenaantal alleen maar toe. En op 3 maart 1902 lag er bij B&W al een brief op het bureau van de Geneeskundig Inspecteur Pijnappel.

Afijn, pas in 1906 werd de school uitgebreid en kon het oude schoolgebouw op de begraafplaats afgebroken worden.

Ook moesten kinderen helpen bij het aardappelen krabben in de herfst en in het voorjaar helpen bij het “keren” van de turf (zodat deze sneller droogde).

In ieder geval kwam de commissie na enkele jaren tot de conclusie dat haar werk nutteloos was en stopte men er daarom mee.

En zo kunnen we natuurlijk nog wel even doorgaan. Door nog te schrijven dat we op enig moment op Erica  maar liefst 4 Openbare Basisscholen  hadden. Met daarnaast nog 2 “bijzondere” basisscholen, te weten een katholieke school en een school met de Bijbel.

Maar ik wil de leerlingen van onze 3 basisscholen oproepen om dit verhaal eens met hun juf of meester te bespreken en hen te vragen daar in de in klas/groep op school ook eens aandacht aan te besteden. En mochten ze daarbij hulp nodig zijn dan kunnen ze natuurlijk altijd even bij de Historische Kring Erica aankloppen.

Dus wie weet misschien zien we elkaar binnenkort in school. Kun je gelijk vragen waarom dat we met z’n allen “op” en niet “in” Erica wonen.  

Oh ja; op welke school zit jij?