Voorlopig onderzoek heeft tot nu toe opgeleverd dat de eerste begrafenis op deze begraafplaats vervolgens zo rond 1900 plaats vond. Nu weten we allemaal dat Erica in 1863 werd gesticht en dat hier, helaas het is niet anders, sinds dat jaar ook mensen stierven en begraven moesten worden. Wel, het was in die tijd niet ongebruikelijk dat men werd begraven in de plaats van “herkomst”. En dat was dus ook op Erica zo’n 40 jaar het geval. En zo werden de gestorvenen vaak op Nieuw Amsterdam begraven.
Echter, toen in 2010 de Historische Kring er lucht van kreeg dat de gemeente eerdaags zou beginnen met het ruimen van een flink aantal graven op de Algemene Begraafplaats werd er in de eerst volgende vergadering besloten om allereerst poolshoogte te nemen en in kaart te brengen of er hier ook sprake was van graven en dus ook grafmonumenten met een “cultuur historische waarde”. En omdat het hier graven betrof uit de periode van 1924 tot 1959, dus graven van bijna
90 tot meer als 50 jaar oud, lag het al snel voor de hand dat er eigenlijk wel grafmonumenten tussen zaten die aan het toch wel vage begrip “cultuur historische waarde” voldeden.

De Historische Kring besloot om het geheel project matig op te pakken en een ad-hoc werkgroep onder de leiding van Johan Hemel werd gevormd.
Men ging in gesprek met de gemeente en men ging naar voorlichtingsbijeenkomsten om zich te verdiepen in alles wat met begraaf culturen en regels te maken heeft.
Dit resulteerde erin dat zo’n 30 grafmonumenten werden “gespaard” en niet de weg naar de afval container gingen. Het moge duidelijk zijn dat het hier grafmonumenten betreft waarvoor eventuele nabestaanden geen belangstelling meer toonden. De grafmonumenten, sommigen zwaar gehavend en door de tand des tijd aangetast, werden voorzichtig verwijderd en gingen aanvankelijk in opslag. Het bijzondere aan deze grafmonumenten zijn dan niet alleen de jaartallen uit lang vervlogen dagen maar ook de symbolen die ze dragen. Symbolen zoals een geknakte roos of korenaar en zo zijn er nog wel meer voor een bepaalde periode zeer in zwang zijnde symbolen.
Inmiddels vormde zich een werkgroep rondom Johan Hemel met de veelzeggende naam “De Helpende Handjes” en men begon met het vakkundig restaureren van de grafmonumenten. De opgeslagen grafmonumenten werd stuk voor stuk gereinigd. Soms kon dat gewoon met de hogedrukreiniger maar vaak moest men omzichtiger te werk gaan. Zo werd er menig uurtje op de oude grafstenen gepoetst en gepolijst om tenslotte met vaste hand weer de belettering en versierselen te schilderen. Dat laatste is met name een specialiteit van Karel Maatje.

Ook was het overleg met de gemeente, de eigenaar van onze Algemene Begraafplaats, in goed vaarwater beland en ontstond er naast waardering voor het initiatief ook begrip voor het behoud van deze cultuur historische uitingen van het begraven door de jaren heen. De gemeente besloot om ook zelf de begraafplaats een flinke opknapbeurt te geven en zo werd bijvoorbeeld de laan in het verlengde van de toegangspoort weer “recht getrokken” en de omgeving van nieuwe aanplant voorzien. De werkgroep kreeg toestemming om een blijvend monument voor deze gerestaureerde grafmonumenten op de begraafplaats in te richten.